Tafeltennis of ook wel pingpong genoemd, heeft een divers aanbod in soorten en materialen. Zo kun je een tafeltennis tafel aanschaffen voor thuis of op kantoor maar ook voor buiten. Er is een ruim assortiment van kleine, compacte tafels tot de grote betonnen / stalen tennistafels.  Maar hoe is deze sport ontstaan en hoe werkt het precies?

Hoe is tafeltennis ontstaan?

Tafeltennis is rond het begin van de 20e eeuw in Engeland bedacht. Er wordt gedacht dat Britse militairen het spel meenamen vanuit India. Zij speelden het spel nog met boeken en een golfbal. Uiteindelijk werd dit in Engeland ook zo gespeeld en met de jaren wat luxer gemaakt. Het spel werd in de beginjaren vooral gespeeld door de welgestelde mensen, als gezelschapsspelletje na een diner.

Tafeltennissen werd steeds populairder en in 1922 werd de Internationale Tafeltennis Federatie (ITTF) opgericht. In Nederland is de sport vooral bekend als recreatieve sport. Toch is het ook zeker competitief. In 1988 werd tafeltennis zelfs een officiële Olympische sport.

Tafeltennis of pingpong?

Als we het hebben over pingpong of tafeltennis weet iedereen dat je het over hetzelfde hebt. Er wordt hetzelfde mee bedoeld maar toch is de oorsprong van beide anders. Pingpong was een merknaam van een Britse fabrikant. ( J.Jaques & Son Ltd) Deze producten waren nogal duur. Hierdoor kwamen andere ondernemers met goedkopere versies en noemde dit tafeltennis. De naam Ping pong is dus van oorsprong een merknaam.

Welke soort spellen zijn er?

Tafeltennis kan alleen gespeeld worden, dubbel of in teamverband.

• Enkelspel: mannen enkel, vrouwen enkel.
• Dubbelspel: mannen dubbel, vrouwen dubbel, gemengd dubbel (aan beide kant één man en één vrouw). – bij dubbelspel slaan spelers altijd om en om de bal.
• Team: je speelt met een team. Iedere gewonnen wedstrijd in bovengenoemde spelvormen levert één punt op voor het team.
• Rond de tafel: alle spelers rennen om de beurt om de tafel. Wie er niet in slaagt de bal te raken is af. 

Sommige tafels kun je ook in zelf train stand zetten. Dan klap je 1 tafeldeel omhoog waardoor je ook in je eentje een potje kunt tafeltennissen.

Wat heb je nodig?

TennisTafel:

Een tafeltennistafel heeft standaard maten. Zo is de tafel 2,74 meter lang, 1,52 meter breed en 76 cm hoog. Het blad van de tafel bestaat uit een ononderbroken materiaal. Welk materiaal dit precies is maakt niet heel veel uit, zolang het er maar voor zorgt dat een balletje ongeveer 23 cm omhoog kan stuiteren als deze van een hoogte van 30 cm valt. De kleur van de tafel is redelijk donker (vaak groen, blauw of grijs) en mat. Het blad is onderverdeeld in twee gelijke gedeelten, met een net van 15,25 cm hoog. De internationale tafeltennis federatie keurt alleen houten tafels bij wedstrijden toe. Betonnen of stalen tafels zijn het sterkst en zie je daarom vooral in parken of op campings.

Indoor:
Er zijn tafels speciaal gemaakt voor binnen met een spaanplaat speelveld voor beste speleigenschappen. Deze tafels kunnen niet tegen vocht ook niet in een schuur of buiten met een hoes. 

Outdoor:
Tevens zijn er modellen speciaal voor buiten of in de schuur of loods waarbij de materialen waterbestendig zijn gemaakt.

Professioneel:
Professionele tafels zijn van hogere kwaliteit waardoor ze beter tegen een stootje kunnen en daarom bijvoorbeeld op kantoor of bij een restaurant geplaatst kunnen worden maar meestal ook fijner spelen dan de standaard uitvoeringen. De stalen en de betonnen tafels hebben niet de beste speleigenschappen maar wel de hoogste duurzaamheid

ITTF:
Een tafel aanschaft die aan de wedstrijdeisen van ITTF voldoet, weet u zeker dat u een goede wedstrijd tafeltennis tafel heeft gekozen.

Bal:

Het balletje waarmee gespeeld wordt moet het 2,7 gram wegen en een diameter hebben van 40 mm. Het materiaal van de ballen is tegenwoordig polymeer (voorheen was dit celluloid) en de kleur is altijd oranje of wit. Er is gekozen voor een van deze kleuren omdat zowel wit als oranje goed afsteken tegen de kleuren van de tafel en de omgeving. Daarnaast zijn ballen getest op hoe hoog ze stuiteren. Laat je een officieel balletje vallen vanaf een hoogte van 35 cm dan zal hij tussen de 24 en 26 cm omhoog stuiteren.

Batje:

Natuurlijk heb je iets nodig om de bal mee te slaan. Dit heet een batje. Een batje is gemaakt van gelamineerd hout en bedekt met een of twee rubberen zijdes. Er zijn diverse soorten handvatten verkrijgbaar. Een anatomisch, flared (loopt wat breed uit) of recht handvat. De houten zijde van het tafeltennis batje wordt ook wel ‘blade’ genoemd.

Blade:
De blade bestaat uit één tot maximaal zeven lagen hout. Soms worden er ook andere materialen gebruikt, zoals kurk, glasvezel, koolstofvezel of Kevlar. Een blade is ongeveer 17 cm lang en 15 cm breed. Dit zijn geen officiële afmetingen, daar zijn geen regels voor, maar deze afmetingen blijken de meest optimale te zijn voor de meeste speelstijlen.

Rubbers:
Het rubber op de zijden van een batje mag van verschillende materialen gemaakt zijn. Elk type materiaal heeft andere eigenschappen. Denk hierbij materialen die snelheid of spin toevoegen aan een balletje of juist de snelheid of spin afremmen. Als een speler aan de zijden van het batje verschillende materialen heeft zijn er meerdere soorten slagen mogelijk. Om het voor tegenspelers iets makkelijker te maken om te zien welke zijde van het batje een speler gebruikt, is de ene zijde van het batje rood en de andere zijde zwart.

Voorbeeld:
Een zacht rubber geeft meer grip op de bal. Je kunt hiermee het spel wat vertragen en de bal goede effecten meegeven. Vooral goed voor verdedigende spelers of –slagen. Een steviger rubber is ideaal om de bal veel snelheid mee te geven. Vooral goed voor aanvallende spelers of –slagen.